De zaadjes worden per populatie ondiep gezaaid in een zaaibak, op temperatuur en vochtig gehouden, tot de zaadjes ontkiemen en de plantjes ongeveer vier blaadjes hebben. Daarna wordt de temperatuur verlaagd, om de plantjes te laten afharden.
De kleine plantjes worden verspeend en in individuele potjes gezet, geselecteerd per populatie. Nadat de plantjes zijn afgestorven, wordt er dan één knol per potje geoogst; de kaskloon.
De zaailingen worden door de jaren heen keer op keer geselecteerd. Het is de kunst om héél veel weg te gooien.
Voor de screening van onze zaailingen hebben we proefvelden in binnen- en buitenland. In de kasgeneratie (G0) vindt geen selectie plaats. Stadium 1, 2 en 3 (G1t/m G3) worden op één veld in Nederland gepoot, stadium 4 op vijf velden in Nederland en vanaf stadium 5 wordt er, afhankelijk van het segment, ook op buitenlandse proefvelden gescreend.
De zaailingen worden volgens een beproevingsschema per jaargang getoetst. Na de beoordeling en/of evaluatie wordt een individuele zaailing meegenomen naar het volgende jaar.
1. Als bepaald is welke zaailingen en rassen op het proefveld, demoveld en op de proefvelden van (buitenlandse) klanten komen, worden de benodigde knollen klaargezet in bakken.
2. De knollen worden gepoot in het proefveld, op gelijke afstanden en natuurlijk gemarkeerd zodat duidelijk is wat er staat. De zaailingen staan 'per jaar' bij elkaar.
3. Tijdens het groeiseizoen worden de aardappelen regelmatig beoordeeld op diverse kenmerken, bijvoorbeeld: opkomst (vroeg, laat), loofontwikkeling, looftype, bessen, bloemkleur en mate van bloei, vroegheid, etcetera.
4. Virusplanten worden eruit gehaald en genoteerd.
5. De oogst gebeurt met de hand of machinaal. Een eerste beoordeling gebeurt al in het veld, waarbij gekeken wordt naar knoleigenschappen zoals oogdiepte, schilkleur, stoloonlengte en de uniformiteit van de vorm.
6. Vervolgens worden de knollen die de moeite waard zijn in bakken meegenomen naar de loods.
In de loods en het proeflab worden diverse zaken beoordeeld:
Op basis van alle gegevens van het proefveld, de beoordeling binnen én de gegevens van buitenlandse proefvelden, wordt dan bepaald:
Op deze manier wordt de spoeling jaar na jaar dunner en blijven uiteindelijk alleen de beste zaailingen over, die we registeren en in de markt zetten.