Rassenontwikkeling

Filosofie achter onze rassenontwikkeling

 

Plantera heeft in haar korte bestaan inmiddels een mooie basis aan rassen, zaailingen en geniteurs opgebouwd. Vanuit de start, met alleen rassen en zaailingen in het segment 'tafel/retail' (koelvers/convenience en specialties zijn onderdeel van tafel/retail), zijn we nu breder in de markt vertegenwoordigd met ook rassen en vergevorderde zaailingen in de segmenten chips, frites, tafel export en zetmeel. Door middel van kruisingen en selectie proberen we verbeteringen te bewerkstelligen in tolerantie en weerbaarheid tegen biotische en abiotische stressfactoren, kwaliteit in verwerking en bewaarbaarheid en netto opbrengsten per hectare.

 

Het proces door het jaar

 

Selectie en vooronderzoek

 

De zoektocht naar het juiste genetisch materiaal gaat jaarrond door, waarbij we diverse input gebruiken:

  • De resultaten van de analyse van vorig jaar, vormen de basis van studie & vooronderzoek voor dit jaar. Welke rassen gaan we verder kweken en welke vallen af. Daarnaast doen we nieuwe kruisingen o.b.v. studie en onderzoek.
  • We volgen de ontwikkelingen in de markt en kijken welke interessante nieuwe rassen met verbeterde eigenschappen op de markt komen. We beoordelen of deze combinatie van eigenschappen een aanvulling kan zijn op onze eigen gene pool. 
  • We bezoeken proefvelden in binnen- en buitenland, bij voorkeur met en bij de klanten. Dit levert goede ras- en marktinformatie op. Proefzendingen met de meest veelbelovende zaailingen naar onze klanten zijn daarom essentieel.
  • Basisveredeling is een activiteit van de lange adem. Voor de phytophthora resistentie hebben we daarom geïnvesteerd in deelname in Bio-impuls. In dit project worden resistentiegenen uit wilde verwante soorten ingekruist in de onze bekende aardappel. De zaden, klonen en geniteurs zijn beschikbaar voor kruisen en selectie.
  • Sommige zaailingen in de screeningsvelden zijn niet direct raswaardig, maar blinken wel uit in 1 of meerdere eigenschappen. Zaak is deze te determineren en mogelijk te gebruiken als geniteur.

Het kruisen

Tijdens de voorstudie is bepaald met welke geniteurs (ouders) gekruist zal worden. Deze zijn geselecteerd op basis van de eigenschappen van die ouders, in de hoop dat de goede eigenschappen van beide ouders samen komen in de nieuwe zaailingen. Bij alle stappen wordt goed bijgehouden om welke ouders het gaat, zowel bij de knollen als bij de kruisingen.

 

1. Planten in de kas opkweken tot ze bloeien

Per pot wordt 1 aardappel (geniteur) gepoot op een steen. Dit maakt het eenvoudiger om de nieuwe knollen te verwijderen, zodat alle energie naar de plant en de bloemen gaat.

 

2. Kruisen

Als de bloemen van de potentiële ouders beiden bloeien, worden deze gekruist. Het stuifmeel van de meeldraden van de vaderbloem wordt er af geklopt en opgevangen. De stamper van de moederbloem wordt hier vervolgens in gedoopt. Dit wordt herhaald met verschillende bloemen in de tros, om te komen tot voldoende bevruchte bloemen en daarmee voldoende bessen en zaden.

 

3. Ontwikkeling van bessen

De overige bloemen worden verwijderd. Als de bessen zich beginnen te vormen, wordt er een zakje omheen gedaan om alles bij elkaar te houden.

Per plant wordt meestal een aantal trosjes bevrucht.

 

4. Bessen oogsten

Na ongeveer 6 weken kunnen de bessen geoogst worden door het trosje (dat in een netje zit) los te snijden en te controleren of alle bessen goed zijn.

 

5. Zaad winnen

De besjes worden uitgeknepen, de sappen en vliesjes worden verwijderd en het zaad wordt schoon gespoeld. Daarna wordt het zaad gedroogd en kan jarenlang bewaard blijven in een koelkast.

Opkweken zaailingen en kasklonen

De zaadjes worden per populatie ondiep gezaaid in een zaaibak, op temperatuur en vochtig gehouden, tot de zaadjes ontkiemen en de plantjes ongeveer vier blaadjes hebben. Daarna wordt de temperatuur verlaagd, om de plantjes te laten afharden.

 

De kleine plantjes worden verspeend en in individuele potjes gezet, geselecteerd per populatie. Nadat de plantjes zijn afgestorven, wordt er dan één knol per potje geoogst; de kaskloon.

 

De zaailingen worden door de jaren heen keer op keer geselecteerd. Het is de kunst om héél veel weg te gooien.

Proefvelden

Voor de screening van onze zaailingen hebben we proefvelden in binnen- en buitenland. In de kasgeneratie (G0) vindt geen selectie plaats. Stadium 1, 2 en 3 (G1t/m G3) worden op één veld in Nederland gepoot, stadium 4 op vijf velden in Nederland en vanaf stadium 5 wordt er, afhankelijk van het segment, ook op buitenlandse proefvelden gescreend.

 

De zaailingen worden volgens een beproevingsschema per jaargang getoetst. Na de beoordeling en/of evaluatie wordt een individuele zaailing meegenomen naar het volgende jaar.

 

1. Als bepaald is welke zaailingen en rassen op het proefveld, demoveld en op de proefvelden van (buitenlandse) klanten komen, worden de benodigde knollen klaargezet in bakken.

 

2. De knollen worden gepoot in het proefveld, op gelijke afstanden en natuurlijk gemarkeerd zodat duidelijk is wat er staat. De zaailingen staan 'per jaar' bij elkaar.

 

3. Tijdens het groeiseizoen worden de aardappelen regelmatig beoordeeld op diverse kenmerken, bijvoorbeeld: opkomst (vroeg, laat), loofontwikkeling, looftype, bessen, bloemkleur en mate van bloei, vroegheid, etcetera.

 

4. Virusplanten worden eruit gehaald en genoteerd.

 

5. De oogst gebeurt met de hand of machinaal. Een eerste beoordeling gebeurt al in het veld, waarbij gekeken wordt naar knoleigenschappen zoals oogdiepte, schilkleur, stoloonlengte en de uniformiteit van de vorm.

 

6. Vervolgens worden de knollen die de moeite waard zijn in bakken meegenomen naar de loods.

Analyse en beoordeling

In de loods en het proeflab worden diverse zaken beoordeeld:

  • De knollen: knolvorm, uniformiteit van de knolvorm, grofheid, sortering, oogdiepte, schilkleur, vleeskleur, opbrengst
  • De kwaliteit: kookkwaliteit (kooktype, verkleuring),  friteskwaliteit, chipskwaliteit, smaak, stootblauw, onderwatergewicht, kiemrust, partijindruk / algemene indruk

 

Op basis van alle gegevens van het proefveld, de beoordeling binnen én de gegevens van buitenlandse proefvelden, wordt dan bepaald:

  • Welke zaailingen zijn mogelijk interessant voor de klanten?
  • Wat zetten we volgend jaar op de proefvelden?
  • En dus ook: wat gooien we weg?

 

Op deze manier wordt de spoeling jaar na jaar dunner en blijven uiteindelijk alleen de beste zaailingen over, die we registeren en in de markt zetten.

Chat met ons
Plantera BV
Stuur ons hier een WhatsApp bericht
online
Wat kunnen we voor u betekenen?
07:36